BeleggersbegrippenKenniscentrum

7 basisbegrippen die je moet kennen, voor je begint met beleggen in aandelen

Als je wilt beleggen, zijn er een aantal basisbegrippen die je steeds weer tegenkomt. Het is goed om deze te kennen, ook als je het beleggen wilt uitbesteden aan een adviseur of als je in een beleggingsfonds stapt.

Deze infographic helpt je met de basis, daaronder vind je een wat uitgebreidere toelichting.

Aandeel
Een aandeel is een waardepapier waarmee je een stukje bezit van het bedrijf. Hoe meer aandelen je van een bedrijf bezit, hoe groter je belang is het bedrijf is. Starten met beleggen betekent niet automatisch dat je ‘in aandelen gaat’. Je kunt bijvoorbeeld ook beleggen in obligaties.

Aandeelhouder
Iedereen die een aandeel in zijn bezit heeft van een bedrijf mag zich aandeelhouder noemen. Hoe meer aandelen iemand in zijn bezit heeft, hoe meer invloed hij of zij uit kan oefenen in de gang van zaken rond het bedrijf. Op aandeelhoudersvergaderingen kunnen in de meeste gevallen alle aandeelhouders spreekrecht krijgen. Ze kunnen dan vragen stellen over het bedrijf of de bedrijfstop ter verantwoording roepen voor het gevoerde beleid. Sommige grote aandeelhouders maken daar steeds meer actief gebruik van. Enerzijds omdat ze meer rendement willen, anderzijds omdat ze van het bedrijf meer maatschappelijke betrokkenheid eisen. Denk daarbij aan een duurzamere bedrijfsvoering of het stoppen met activiteiten die slecht zijn voor mens en milieu.

Aandelenkoersen
De prijs die voor een aandeel moet worden betaald. Koersen kunnen stijgen, maar ook dalen. Voor aandeelhouders is het zaak de koers goed in de gaten te houden.

Dividend
Bedrijven kunnen een deel van de winst uitkeren aan aandeelhouders. Dat wordt dividend genoemd. Soms besluiten bedrijven, ondanks dat er winst gemaakt wordt, geen dividend uit te keren. Uitkering van dividend gebeurt meestal één keer per jaar.

Indirecte en directe kosten
Beleggen kost geld. Die kosten zijn in twee soorten te verdelen: directe en indirecte kosten. De directe kosten zijn meestal terug te vinden in het overzicht dat je krijgt van je broker of adviseur. Het gaat dan om transactiekosten, de kosten die je betaalt bij aan- of verkoop van aandelen. Verder zijn er nog servicekosten en beheerfees. De hoogte daarvan verschilt per aanbieder. Heb je een vermogensbeheerder of een adviseur, dan kan het voorkomen dat je een extra fee moet betalen als je portefeuille een bepaald rendement heeft opgeleverd.
De indirecte kosten zijn niet terug te vinden in een kostenoverzicht. Ze zitten als het ware ingebakken in het beleggingsproduct dat je afneemt. Daarmee zijn ze een stuk minder transparant. Voorbeelden van producten waarbij de indirecte kosten in de koers zijn verwerkt, zijn beleggingsfondsen en trackers (ETF’s).

Rendement
De uiteindelijke opbrengst van een belegging in verhouding met het geïnvesteerde bedrag.